De letterlijke betekenis van feedback is terugkoppeling. Feedback is dus de terugkoppeling aan iemand over het effect van zijn of haar gedrag of prestaties. Als je feedback geeft, geef je een ander een reactie op zijn of haar gedrag en vertel je hoe dat gedrag op jou overkomt. Het doel hiervan is dat de ander in de toekomst het gedrag kan aanpassen op een manier die effectiever is dan daarvoor. Wij kiezen ervoor om onze feedback positief oftewel opbouwend te formuleren. Positieve feedback helpt om bestaand gedrag te bekrachtigen of te bestendigen, opbouwende feedback helpt om gedrag te veranderen.

Feedback geven, wat zijn de regels?

Feedback geven aan collega’s, vrienden of familie is niet altijd makkelijk. Want je maakt jezelf niet zo populair door iemand simpelweg te vertellen hoe slecht hij of zij het in jouw ogen doet. Daarom verzamelden we een aantal nuttige spelregels:

1. Check of iemand het oké vindt dat je feedback geeft. Door niet ineens uit het niets te gaan roepen, heb je meer kans op een open gesprek.
2. Geef de feedback vanuit jezelf. Vertel waar je last van hebt of wat je liever anders ziet: “Ik heb het gevoel dat…” of “Ik vind dit niet prettig, omdat…”. Zo voorkom je dat je reactie overkomt als kritiek of als een beschuldiging
3. Het gaat over WAT iemand doet en niet over de persoon. Beschrijf daarom het gedrag.
4. Geef aan welk effect dat gedrag op je heeft. Wees zo concreet en specifiek mogelijk, daar leer je samen het meeste van.
5. Zowel bij het geven van positieve als negatieve feedback is het belangrijk dat je het opbouwend is: constructief. Je geeft feedback om iemand verder te helpen. Blijf daarom altijd positief
6. Geef je collega feedback op een goed moment. Kies een rustig tijdstip zonder anderen erbij. Ga bijvoorbeeld samen lunchen of ga even apart zitten. Zorg dat er tijd is om nog even door te praten.
7. Probeer je in te leven in de ander. Hoe wil je zelf feedback ontvangen? En hoe kun je ervan leren?
8. Laat je gesprekspartner reageren.

Direct met je team aan de slag met feedback?

Oefening baart kunst

Stel samen met je team een doel waar iedereen zich die week aan houdt, bijvoorbeeld:

• deze week geven we elkaar allemaal minimaal 1 compliment.
• deze week gaan we elkaar allemaal 1 tip vragen over iets dat we willen leren.
• deze week vragen we allemaal aan een klant/patiënt/client hoe ze de sfeer bij ons vinden.

Feedback speed-daten

1. Zet de deelnemers in 2 rijen tegenover elkaar: rij A en rij B.
2. In rondes van ongeveer 1 minuut vraag je aan de deelnemers van rij A en B – die tegenover elkaar zitten - om allebei te delen:
3. wat waardeer je in de ander?
4. waarin is de ander echt anders dan jij?
5. Net als bij echt speed-daten, schuiven de deelnemers van rij A na iedere uitwisseling met de klok mee 1 stoel door, zodat iedere deelnemer tegenover een nieuw persoon zit. 
6. Je kunt het een paar rondjes doen of net zo lang doorschuiven tot iedereen elkaar een tip en top gegeven heeft. Kijk hiervoor goed naar de energie en naar de beschikbare tijd in je sessieplan.

Feedback dagboek

1. Vraag je deelnemers vooraf om een aantal dagen feedback te verzamelen: feedback die jij rechtstreeks ontvangen maar ook de feedback die ze om zich heen horen. Vraag de deelnemer om deze feedback te noteren en mee te nemen naar jullie bijeenkomst.
2. Vorm groepjes met 3 deelnemers en vraag hen om de verzamelde feedback te delen met elkaar.
3. Vraag hen om minimaal 3 varianten van de feedback aan te passen met behulp van de feedbackregels.

Wil je vooral aan de slag met positieve feedback? Lees dan ook onze blogs over allerlei werkvormen voor het geven van complimenten. Je vindt onze blogs hier en hier.