Wanneer deelnemers niet mee willen doen – en hoe je ze toch betrekt
Iedere sessiebegeleider kent het: je hebt een groep enthousiast aan het werk, maar één deelnemer doet niet mee. Soms zie je het meteen – armen over elkaar, een gesloten houding, kritische opmerkingen. Soms merk je het subtieler: iemand haakt af, werkt half mee of houdt zich stil. Wat je ook doet, het heeft effect op de dynamiek van de groep. Bij studio stapelGoed zien we dit niet als een mislukking, maar als een belangrijk onderdeel van het proces. Juist die deelnemers dagen ons uit om goed te kijken naar wat er speelt, om ruimte te maken voor hun perspectief en om de groep als geheel in beweging te houden.
Weerstand of terughoudendheid heeft meestal een reden:
- Onzekerheid: “Ik ben hier niet creatief genoeg voor.”
- Onbegrip: “Waarom doen we dit eigenlijk?”
- Rol en context: hiërarchie of groepsdynamiek maakt iemand voorzichtig.
- Persoonlijke voorkeur: sommigen voelen zich simpelweg niet thuis in een werkvorm.
Als facilitator helpt het om die redenen te herkennen. Het voorkomt dat je het gedrag persoonlijk maakt of dat het onnodig veel energie kost.
Hoe je deelnemers toch betrekt?
- Erken wat je ziet: Benoem op een neutrale manier: “Ik merk dat dit nieuw of ongemakkelijk kan zijn. Dat is logisch.” Daarmee haal je spanning weg en laat je zien dat hun houding er mag zijn.
- Maak deelname laagdrempelig: Laat deelnemers starten met iets kleins en veiligs, zoals het kiezen van een kaart of het benoemen van een eerste associatie. Vaak volgt er vanzelf meer als ze ervaren dat het risico klein is.
- Bied alternatieven: Niet iedereen hoeft te tekenen of bouwen. Vraag iemand om patronen te benoemen, observaties te verzamelen of ideeën samen te vatten. Zo draagt de deelnemer tóch bij op een manier die past.
- Leg het doel uit: Maak duidelijk dat de werkvorm een middel is om nieuwe inzichten te krijgen. Als iemand begrijpt waaróm iets gedaan wordt, neemt de bereidheid vaak toe.
- Betrek hun perspectief actief: Gebruik weerstand als input: “Ik hoor dat jij hier anders naar kijkt. Kun je jouw invalshoek delen, zodat we het breder kunnen bekijken?” Zo wordt een kritische houding een waardevolle bijdrage.
Hoe je de groep beschermt?
- Grijp tijdig in: als iemand te negatief wordt, stop het gesprek kort en respectvol: “Ik hoor je punt, maar laten we de energie nu richten op ideeën die ons verder brengen.”
- Richt je op de actieve groep: blijf de energie voeden waar die wél zit. Vaak volgt de rest vanzelf mee.
- Normaliseer verschillen: benadruk dat elke groep bestaat uit verschillende stijlen en dat dat juist waardevol is.
Het effect in de praktijk
Door deelnemers niet te forceren, maar wél serieus te nemen en ruimte te geven, verandert weerstand vaak in betrokkenheid. Soms subtiel – een deelnemer die ineens toch meedoet – en soms verrassend sterk, wanneer juist die stille of kritische persoon een scherpe observatie doet die de groep verder helpt.
Bij studio stapelgoed geloven we dat iedere deelnemer iets bij te dragen heeft. Onze rol is om de ruimte zo te faciliteren dat iedereen kan aansluiten – op een manier die past – zonder dat de energie van de groep verloren gaat.









