Dromen, doen en doorvragen: de Walt Disney-methode
Bij studio stapelgoed geloven we dat de beste ideeën niet zomaar uit de lucht komen vallen. Creativiteit is een proces: een samenspel tussen vrij denken, kritisch kijken en praktisch uitvoeren. Eén gave manier om dit proces te structureren, komt van niemand minder dan Walt Disney zelf.
Disney stond bekend om zijn ongekende verbeeldingskracht, maar ook om zijn vermogen om ideeën te vertalen naar realiteit. Zijn werkwijze? Denken in drie verschillende rollen: de dromer, de realist en de criticus. Dit noemen we de Walt Disney-methode, en het is een krachtig hulpmiddel om creativiteit gestructureerd in te zetten.
De drie rollen van creatief denken
1. De dromer – alles mag, alles kan
De Dromer is de rol waarin je groots denkt, zonder beperkingen. Dit is de fase waarin de meest wilde, vernieuwende en misschien zelfs onrealistische ideeën ontstaan. Stel je voor dat je een kind bent dat fantaseert over hoe de wereld eruit zou moeten zien. Wat als geld, tijd en middelen geen rol speelden? Wat als je elk probleem in een handomdraai kon oplossen? Vragen die je hier kunt stellen:
- Wat als alles mogelijk was?
- Hoe zou de ideale oplossing eruitzien?
- Wat is de meest verrassende aanpak?
2. De realist – hoe maken we het werkbaar?
De realist is degene die de ideeën van de dromer omzet in een concreet plan. Dit betekent niet dat je gaat afkraken, maar dat je de droom vertaalt naar iets uitvoerbaars. Wat is er nodig om het idee te realiseren? Wat zijn de eerste stappen?
Vragen die je hier kunt stellen:
- Hoe kunnen we dit idee realiseren met de middelen die we hebben?
- Wat is een eerste stap die we nu al kunnen zetten?
- Hoe ziet een realistische versie van dit idee eruit?
3. De criticus – wat kan er beter?
De criticus is de laatste stap en zorgt ervoor dat het idee wordt aangescherpt en mogelijke valkuilen in kaart worden gebracht. Dit is geen fase om af te breken, maar juist om constructieve kritiek te geven. Waar zitten zwakke plekken? Wat kan er fout gaan? Vragen die je hier kunt stellen:
- Wat zijn mogelijke obstakels?
- Welke risico’s moeten we ondervangen?
- Is dit idee écht de beste oplossing?
Deze 3 perspectieven zorgen ervoor dat ideeën niet alleen creatief en vernieuwend zijn, maar ook uitvoerbaar en effectief.
Hoe pas je de Walt Disney-methode zelf toe?
Bij studio stapelgoed gebruiken we deze methode regelmatig in onze creatieve sessies.
Dit kun jij ook doen, bijvoorbeeld zo:
- Werk in rondes: Start met een brainstorm als ‘dromer’, bespreek daarna de haalbaarheid als ‘realist’ en eindig met een kritische check.
- Houd de rollen gescheiden: Vermijd de neiging om meteen een idee af te schieten. Geef elke fase zijn eigen moment.
Een werkvorm
Een leuke werkvorm om de Disney-methode toe te passen, is de ‘ruimtewisseling’. Met behulp van deze werkvorm wissel je per rol door letterlijk van plek te wisselen. Dit helpt om je mindset te veranderen en je volledig in een andere denkwijze te verplaatsen.
Zo werkt het:
- Maak drie zones of ruimtes: Label ze als ‘dromer’, ‘realist’ en ‘criticus’.
- Begin in de dromer-zone: Iedereen schrijft of tekent de meest wilde ideeën op. Geen enkele beperking, alles is mogelijk.
- Verplaats samen naar de realist-zone: Hier werk je de ideeën uit. Hoe kun je ze omzetten naar iets uitvoerbaars? Maak een plan met concrete stappen.
- Ga naar de criticus-zone: Hier bekijk je de plannen kritisch en verbeter je ze met gerichte feedback.
- Terug naar de realist-zone: Pas de ideeën aan op basis van de feedback en werk het verder uit.
Deze werkvorm maakt het makkelijker om in elke fase volledig op te gaan en voorkomt dat je te vroeg kritisch wordt. Gebruik fysieke ruimtes, zoals verschillende hoeken in de ruimte of misschien zelfs verschillende subruimtes. Je gaat dan letterlijk naar een andere plek voor elke rol, zodat je mindset mee verandert.
Op een gestructureerde manier dromen
Zoals we in onze blok over ‘creative constrain’ al schreven, heeft creativiteit richting nodig. En de Walt Disney-methode biedt precies dat: een gestructureerde manier om van idee naar realiteit te komen. Vaak schieten we direct in de ‘criticus’-modus, waardoor vernieuwende ideeën nooit een kans krijgen. Door bewust eerst te dromen en pas later te filteren, ontstaan er veel sterkere concepten.










